Attention Deficit Hyperactivity Disorder (afgekort ADHD), oftewel een aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis. Het tekort aan aandacht slaat niet op niet genoeg aandacht ontvangen. Wel kan een persoon met ADHD niet genoeg aandacht geven aan zijn of haar omgeving. Hierdoor is het slecht mogelijk om de aandacht bij één ding tegelijk te houden en heeft men dus te maken met concentratiegebrek. Iemand met ADHD’ wordt in de regel dan ook erg snel van zijn of haar werk afgeleid.
Hyperactiviteit kan zich door fysieke onrust uiten, maar eveneens door impulsiviteit en innerlijke onrust. Bij deze hyperactiviteit kan er eveneens sprake zijn van een overmatige vorm van beweeglijkheid. Een dergelijke beweeglijkheid is door iemand met ADHD’ dikwijls lastig te onderdrukken. Bepaalde personen met ADHD lijken zichzelf weinig tot niet bewust van hun beweeglijkheid tot hen daarop gewezen wordt door iemand anders. De mate en wijze van beweeglijkheid is voor elke persoon met ADHD anders. Bepaalde mensen maken met name grote bewegingen met armen of benen, anderen frunniken veel met hun handen en vingers. De beweeglijkheid kan in divers situaties verergeren of ontstaan. In de regel zijn dit situaties met een drukke omgeving waarin een heleboel prikkels verwerkt moeten worden of door stress.
Impulsiviteit wordt veroorzaakt doordat teveel indrukken gevolgd worden door bijbehorend handelen. De handelingen dienen meteen plaats te vinden en kunnen niet uit worden gesteld. Handelingen welke eenmaal in gang gebracht zijn kunnen niet gestopt worden en moeten eerst af worden gemaakt. Er kan dikwijls slecht onderscheid gemaakt worden tussen voorname en minder voorname dingen.