Voordat men op zoek gaat naar een baan en gaat solliciteren is het aan te bevelen om eerst alle sterke en zwakke kanten op een rijtje te zetten. Zo kan men tegenover een potentiële werkgever goed duidelijk maken waar men juist wel en waar men juist minder goed in is. Hierbij hoeft men echter niet zover te gaan dat men zichzelf helemaal gaat uitpluizen en de meest slechte eigenschappen op tafel legt.
Voor een werkgever is het eveneens van belang te weten wat de goede en minder goede aspecten zijn van een potentiële werknemer. Wanneer er eventueel meerdere kandidaten zich hebben gemeld voor een bepaalde fuinctie kan men aan de hand van deze eigenschappen de meest geschikte persoon kiezen en zo de kans vergroten een geschikte werknemer aan te nemen.
Als sollicitant dient men overigens wel goed te bepalen welke eigenschappen men wel en welke men juist niet wil vermelden tijdens een sollicitatieprocedure. Indien aspecten niet relevant zijn voor de uitoefening van een bepaalde functie kan men deze, zeker als het een zwakke kant is, wellicht beter niet aanhalen. Zo zal het bijvoorbeeld niet relevant zijn voor een sollicitant naar de functie van boekhouder om aan te halen dat sport een zwakkere kant van hem of haar is. Dit zou anders zijn op het moment dat deze persoon op een betrekking solliciteert bij de politie of als sportleraar.
Men moet proberen om de sterke kanten die men heeft extra te belichten zodat deze de zwakkere kanten zullen overschaduwen. Hierbij moet men echter niet gaan overdrijven of leugens gaan verkondigen. De kans bestaat namelijk dat een werkgever hier na verloop van tijd toch achter zal komen en men zelfs hierdoor ernstig in de problemen kan geraken. Kortom: de balans tussen sterke en zwakke kanten moet eerlijk naar de sterke zijde doorslaan.