Niet iedereen begint op dezelfde leeftijd met een vaste baan, maar de meeste mensen stoppen echter wel rond de pensioengerechtigde leeftijd met werken. Naarmate men ouder wordt zal men voor een werknemer een grotere kostenpost worden omdat in veel gevallen de leeftijd van de werknemer en het aantal arbeidsjaren bepalend zijn voor de hoogte van het salaris.
Jonge werknemers zijn dan ook vaak aanzienlijk goedkoper voor een werknemer dan een werknemer op leeftijd. Voor deze laatste groep is het dan ook niet eenvoudig om, wanneer zij op latere leeftijd met een ontslag te maken krijgen, een nieuwe baan te vinden. Ondanks het feit dat zij dikwijls over meer werkervaring beschikken gaat de voorkeur van menig werkgever toch uit naar een jongere en goedkopere werknemer. Zelfs op het moment dat een jongere en een oudere werkzoekende over gelijkwaardige papieren en ervaring beschikken zullen werkgevers eerder geneigd zijn de jongere persoon aan te nemen.
De laatste jaren zijn er echter wel steeds meer bedrijven die juist de wat oudere werkzoekenden in dienst gaan nemen om zo gebruik te kunnen maken van kennis die anders verloren dreigt te gaan. Met name zeer specialistische functies of ambachten kunnen steeds vaker de oudere werkzoekenden van een baan voorzien.
Zeker als de economische situatie minder goed is zal het voor een oudere werkzoekende erg lastig zijn om aan de bak te komen. Werknemers zullen dan immers alle zeilen bij moeten zetten om de zaak draaiende te kunnen houden. Goedkope jonge mensen zullen dan eerder in dienst worden genomen dan de oudere ervaren mensen. Kortom: werkgevers moeten dan keuzes maken en prioriteiten stellen bij het in dienst nemen van mensen. Men moet dan kiezen tussen een zeker financieel gewin of een bepaalde dosis kennis en ervaring. Slechts een beperkt deel van de oudere werkzoekenden vindt weer werk.