Op het moment dat men, als werknemer, bij een bedrijf of organisatie in dienst wil treden zal men hiervoor een arbeidscontract dienen te ondertekenen. In zo’n contract staan alle voorwaarden vermeld waaronder men een bepaalde functie uit dient te voeren en wat hier vanuit de werkgever tegenover staat. Wanneer men echter ontslagen wordt door een werkgever kan dit in eerste instantie op een tweetal manieren namelijk mondeling of schriftelijk.
Om een ontslag, dat al dan niet eerst mondeling is toegezegd, officieel te maken dient een werkgever dit door middel van een ontslagbrief aan de betreffende werknemer kenbaar te maken. In deze brief dient men dan niet enkel te vermelden per wanneer het ontslag in zal gaan maar ook wat de reden van het ontslag is. De redenen waarom iemand ontslagen wordt mogen overigens niet ongegrond zijn en dienen dan ook aan een groot aantal eisen te voldoen. Zo0 mag men bijvoorbeeld iemand niet ontslaan vanwege zijn of haar afkomst, geslacht, geaardheid of religie.
Na het ontvangen van een ontslagbrief is trouwens niet genoeg om het ontslag rechtgeldig te maken. De werknemer dient namelijk akkoord te gaan met deze beslissing van de werkgever. Hiervoor zal dan wel een handtekening gezet moeten worden. Is men het niet eens met datgene wat er in een ontslagbrief vermeld staat dan kan men gerechtelijke stappen ondernemen en de zaak aanbrengen bij een rechter. Het versturen van een ontslagbrief gebeurd derhalve onder speciale omstandigheden waarbij de ontvanger ervan voor ontvangst moet tekenen. Zo is de afzender verzekerd van het feit dat het schrijven daadwerkelijk bij de juiste persoon aan is gekomen.
Blijkt dat er ongegronde redenen zijn gebruikt in de ontslagbrief dan kan een rechter besluiten het ontslag ongedaan te maken of de werkgever te verplichten ander werk of een vergoeding voor de gedupeerde te regelen.