In panden waar mensen wonen, werken, studeren of recreëren dient een goed binnenklimaat te heersen wil men zich er prettig voelen. Waar mensen zijn worden immers afvalstoffen uitgescheiden die het leefklimaat ten nadele kunnen beïnvloeden. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan de kooldioxide die men uitademt of de rook wanneer iemand een sigaret op heeft gestoken maar ook geuren die ontstaan tijdens het koken van een maaltijd of tijdens een toiletbezoek. Verder ontstaat er, op plaatsen waar mensen, dieren en planten, verblijven vocht.
Om het leefklimaat in een pand zo gezond mogelijk te houden is het van groot belang om van tijd tot tijd de ruimte te verluchten. Dit wil zeggen dat de lucht binnenshuis naar buiten kan gaan en hiervoor in de plaats frisse lucht binnen kan komen. Op die manier kunnen ook ziektekiemen en stofdeeltjes een pand verlaten zodat er minder kans bestaat op allergieën of besmettelijke aandoeningen.
Verluchting kan plaatsvinden door een raam of een deur open te zetten maar eveneens door een verluchtingsrooster te openen of een automatisch verluchtingssysteem in te schakelen. Welke methode men gebruikt kan van plaats tot plaats en wellicht ook van moment tot moment verschillen. Zo zal men midden op een koude winterdag niet snel een raam of een deur helemaal openzetten om een vertrek te kunnen ventileren. Men is dan eerder geneigd om een verluchtingsrooster of- systeem te gaan gebruiken om zo de lucht in huis te verbeteren. Sommige ventilatiesystemen heeft men continue in gebruik andere slechts van tijd tot tijd.