Van vroeger af hadden mannen en vrouwen een vaste rol binnen het gezin. Met de emancipatie gingen vrouwen steeds vaker werken, het huishoudelijk werk en de opvoeding van de kinderen lag echter nog grotendeels in de handen van de vrouw. De man was de kostwinner en de vrouw hoefde niet te werken als zij dat niet wilde. Voor de rol van de man veranderde er weinig in deze jaren. Eind jaren tachtig begon de rol van de man en de vrouw te veranderen. Economisch ging het goed. De wensen werden groter. Om aan alle wensen en dromen te voldoen gingen vrouwen hele dagen werken en de kinderen naar de opvang.
Voor de mannen begonnen er ook dingen te veranderen. Het rolgedrag van de man werd verlegd, vooral in het begin zeer tegen de zin van de mannen. Vrouwen eisten dat de mannen mee gingen helpen in het huishouden en met de opvoeding van de kinderen. Samen buitenshuis werken, dan ook samen binnenshuis was de stelregel. Nog altijd zijn er mannen die hier niet in meegaan. Het zijn veelal mannen van veertig jaar en ouder die vastzitten in hun oude rolgedrag. Men wil wel helpen als dat moet maar dan alleen de mannelijke karweitjes zoals de tuin, de schuur, de vuilcontainer en het wassen van de auto. Een enkele uitschieter wil daar, omdat ze het leuk vinden, soms nog bij koken of de boodschappen halen. Mannen die vastzitten in het rolgedrag van toen zijn daar moeilijk uit te halen.