Als een kindje wordt geboren heeft het een grote en een kleine fontanel. De kleine fontanel zit achter op het hoofdje van het kind, de grote fontanel bovenop het hoofdje. Vooral de grote fontanel vinden veel ouders eng. Men is bang om deze plek op het hoofdje goed te wassen omdat men angst heeft om de hersenen van het kind te beschadigen. Bij een normale behandeling is dit helemaal niet nodig. De zachte massa die je voelt is bindweefsel, dit onderhuids bindweefsel beschermd samen met hersenvliezen de hersenen, ofwel het hersenweefsel van je kindje. Rond de anderhalf jaar is de grote fontanel gesloten, de kleine fontanel is vaak al eerder dicht.
De fontanel zijn de schedelnaden. Moeder natuur heeft er voor gezorgd dat de schedel open is zodat de hersenen van een kind kunnen groeien en het schedeldak over elkaar kan schuiven tijdens de bevalling. Door een kind afwisselend op de linker- en op de rechterzijde in bed te leggen groeit de fontanel mooi gelijkmatig en rond dicht. De fontanel en de sluiting daarvan geven bijna nooit problemen. Op het consultatiebureau controleert men de vorderingen in het sluiten van de hersennaden. Gaat dit te snel dan wordt men doorverwezen. Op tweejarige leeftijd moet de grote fontanel gesloten zijn. Ook als ouders zijnde kun je eventuele problemen met de fontanel snel ontdekken. Puilt de fontanel uit of trekt deze helemaal in ga dan naar de huisarts. Een beetje een verdikking is normaal, dit heeft het kind al bij de geboorte.