Voor het behoudt van een goed gebit is flossen belangrijk. Door te flossen kun je op plaatsen komen waar de tandenborstel niet bij kan komen. Ook kun je flosdraad gemakkelijk meenemen in je tas zodat je snel en delicaat etensresten kunt verwijderen als je op je werk bent of onderweg. Met de populariteit van het flossen namen ook de soorten flosdraad toe. Je kunt tegenwoordig flossen in verschillende smaken of naturel en er is zelfs flos met was te koop zodat je het tandvlees niet zo snel beschadigd. Ondanks dat de meeste mensen zijn er nog altijd mensen die niet weten hoe je moet flossen en de flosdraad gebruiken als een soort buigbare tandenstoker.
Bij flossen is het de bedoeling dat je elke tand apart verzorgt. Je neemt voor elke tand een nieuwe flosdraad om mee te flossen zodat je de bacteriën van de ene tand niet meeneemt naar de volgende. Je neemt voldoende flosdraad zodat je deze om je vingers kunt draaien en vasthouden. Flossen doe je voorzichtig en niet met krachtige bewegingen, flos je te hard dan kun je het tandvlees beschadigen. Flossen doe je tussen de tanden, om de hele tand heen en onder de tandvleesrand. Spoel eventuele restjes die achterblijven weg met wat water. Neem de tijd om goed te flossen. Trek je even terug op het toilet zodat je jezelf kunt focussen als je uit eten bent. Het is ook een beetje onsmakelijk om aan tafel in een vol restaurant uitgebreid te gaan flossen.