Flesvoeding is een keuze die meestal door de moeder wordt gemaakt. Veel vrouwen vinden flesvoeding gemakkelijker omdat ze de baby dan overal kunnen voeden, omdat ze dan de voeding ook uit handen kunnen geven of met het oog op terugkeer naar de werkvloer. Sommige vrouwen kunnen geen borstvoeding geven of het voeden aan de borst is niet eenvoudig. Soms lijkt de moedermelk op water en komt het kind tekort, of je hebt te weinig voeding. Een gedoe wordt borstvoeding geven als je constant moet werken met een tepelhoedje omdat je tepels te klein zijn. De keuze is helemaal overstappen door ook kunstmatige voeding te geven, kolven of eenmaal per dag borstvoeding geven en de resterende flesjes vervangen door kunstmatige voeding.
Bij flesvoeding is het net als bij borstvoeding belangrijk dat je tijd en rust neemt om het kind te voeden. Dit moment van rust is belangrijk voor de binding tussen moeder en kind, en natuurlijk vader en kind. Het voordeel van flesvoeding is dat je altijd weet of het kind voldoende gegeten heeft. De maten die je meekrijgt van het consultatiebureau kun je zorgvuldig afmeten op de fles. Ook flesvoeding kun je gemakkelijk meenemen voor onderweg. Je doet water op temperatuur in een thermoskan en neemt de poeder los mee. Een vers flesje melk is snel gemaakt. Door het geven van flesvoeding vanaf het begin hoeft het kind straks als het pap krijgt of als de borstvoeding wordt gestopt niet meer te wennen aan het drinken uit een speen.