Dieren vinden we overal. Kleine dieren, grote dieren, gewone dieren en bijzondere dieren. Overal ziet men er wel. Binnen, buiten en waar men maar kan bedenken zitten dieren. Net zoals wij (ook wij, wij mensen, zijn dieren) hebben deze dieren een bepaalde functie in een leefomgeving. Niet om mensen aardig te vinden om af te schrikken, want dat zijn alleen maar aangeleerde gedragingen. Dieren hebben dus hun eigen functie.
Ook kan het wel eens mis gaan. Overal zijn tenslotte deze dieren. Een dier kan zich ook verdedigen of om een andere manier zijn bek of mond gebruiken om te bijten. Zo kan men onderscheidt maken tussen het moetwillig bijten en het ‘per ongeluk’ bijten.
Allereerst de gevallen waarbij een dier moetwillig zijn bek of mond gebruikt om te bijten. Het kunnen insecten zijn, zoogdieren, amfibieën en ga zo maar door. Door hun instinct zijn er veel dieren die zich verdedigen, bijvoorbeeld als men te dicht bij een nest komt kan een dier, bijvoorbeeld een roofvogel aanvallen. Ook andere dieren kunnen aanvallen in het geval dat men in hun territorium komt of bij het nest in de buurt.
Naast het feit dat mensen in de buurt kunnen komen kunnen deze dieren zich ook verdedigen, wanneer ze zich bedreigd voelen. Honden, ratten, katten, maar ook wilde dieren zullen mensen ook aanvallen wanneer zij zich bedreigd voelen.
Men kan ook per ongeluk gebeten worden door dieren bijvoorbeeld bij het eten geven aan een (huis)dier. Eenden kunnen happen, paarden kunnen bijten kippen pikken enzovoorts.