Denkbeeldige gevaren, men heeft er last van zonder dat dit eigenlijk opvalt. Het kan heel erg aanwezig zijn, maar ook kan het in mindere mate aanwezig zijn. Denkbeeldige gevaren zijn vaak in het hoofd van ouders aanwezig als het neer komt op de gevaren binnens- en buitenshuis. Het kan uiteenlopen van speeltoestellen tot kleinere dingen in huis zoals dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Toch zijn de denkbeeldige gevaren die de ouders hebben niet te verwarren met de meest voorkomende denbeeldige gevaren van de kinderen.
Maar zeker bij kinderen zijn de denkbeeldige gevaren aanwezig. Dit heeft de meerderheid van de kinderen wel. Denk hierbij aan geesten, heksen, monsters en ga zo maar door. Men heeft hierbij een hele eigen belevenis van ‘eng’.
Vele kinderen hebben de angst dat er een monster onder het bed zit of dat er geesten rondwaren in huis. Deze gedachten komt meestal van de engere dingen die ze horen van de ouders, grotere broers of zussen of vanuit de media. Ook de engere sprookjes waar de benodigde spanning in zit, want zeker kinderen onthouden alles. Deze angsten worden vaak bevestigd door de angst van eventuele mede leeftijdsgenootjes.
Bij vele gezinnen zijn de ouders in staat de angsten te bevestigen door te zeggen: ‘ik jaag de monsters wel weg hoor!’ of ‘Als het licht aanblijft dan gebeurt er niks!’. Deze angsten zijn natuurlijk niet terecht, want deze zijn denkbeeldig, want er zit geen kindjes etend monster onder het bed, dus wat valt er eigenlijk weg te jagen als er niks is?