In principe kan iedereen zich aanmelden voor orgaandonatie, of de organen ook daadwerkelijk gebruikt zullen worden hangt af van veel factoren, de belangrijkste factor is uiteraard de lichamelijke gesteldheid van degene die doneert en de gesteldheid van de organen. Maar ook leeftijd en de veiligheid van de ontvanger zijn belangrijke factoren bij orgaandonatie. In Nederland zijn de wachtlijsten groot, veel mensen besluiten dan ook steeds vaker om bij leven een orgaan af te staan, meestal betreft dit nieren aan familieleden.
In Nederland vallen organen en weefsels beiden onder de orgaandonatiewet. Orgaandonatie is mogelijk als iemand is overleden maar ook donatie bij leven is een mogelijkheid. Onder het orgaandonatiemateriaal vallen hart, longen, nieren, lever, alvleesklier en dunne darm. Maar ook de hartkleppen, bloedvaten, botweefsel, kraakbeen en pezen. Door het grote tekort aan orgaandonoren in Nederland worden regelmatig acties gehouden om mensen tot het tekenen van een donorcodicil over te halen. Jongeren die achttien jaar worden krijgen de papieren automatisch thuisgestuurd.
Bij orgaandonatie kunnen alleen organen gebruikt worden die geen zuurstofgebrek hebben gehad, dit is ook de reden dat iemand die al hersendood is verklaard aan de beademing blijft liggen. Voor weefsel is dit niet nodig. Voor orgaandonatie bij leven komen alleen organen en weefsels in aanmerking die weer kunnen aangroeien zoals de lever of waarbij een mens ook zonder kan functioneren zoals een nier. Omdat orgaandonatie bij leven ingrijpend kan zijn en in sommige gevallen ook risico’s voor de gezondheid kunnen veroorzaken worden zwak begaafden, kinderen enzovoorts beschermd onder een speciale wet.