Een hartinfarct is een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt en kan verschillende gevolgen hebben. Enkele voorbeelden van gevolgen zijn:
- Wanneer de hartspier erg veel schade heeft opgelopen dan kan er hartfalen optreden. Hartfalen kan dan weer leiden tot een plotseling overlijden, ernstige schade aan het hart en tot chronisch hartfalen.
- Een achterwandinfarct kan to gevolg hebben dat een mitralisklep kan gaan lekken. De klep blijft dus een beetje openstaan waardoor er bloed doorheen blijft lekken.
- Door een zeer ernstige mitraliskleplekkage kan zijn ontstaan doordat een papillairspier helemaal is afgescheurd. Dit kan gebeuren doordat de papillairspier is afgestorven door het hartinfarct. Vaak treedt dit na zo’n 2 a 3 dagen na het hartinfarct op en leidt in veel gevallen tot het overlijden van de patiënt.
- Net als bij de papillairspier kan eveneens het hartspierweefsel van de linker kamer gaan scheuren ten gevolge van het hartinfarct. Hierdoor zal er bloed naar het stugge hartzakje rond het hart stromen. Dit treedt meestal na 2 tot 6 dagen na het infarct op. De kans op overlijden is hierbij erg hoog.
- In het spierweefselschot tussen de linker en de rechter kamer van het hart kan eveneens ten gevolge van een hartinfarct een scheur ontstaan. Een spoedoperatie kan soms een leven redden maar de meeste patiënten zullen hier aan overlijden.
- Een groot hartinfarct kan tot een ontsteking van het hartzakje leiden. Er kan vocht rond het hart worden gevormd. Dit gaat vanzelf over al kan de aandoening erg hardnekkig zijn.