Sevilla is de bakermat van de tapas, de wereldberoemde Spaanse hapjes. Samen met copas (drankjes) zorgt dit voor een bruisend, levendig uitgaansleven. Een avond stappen begint in de stad Sevilla vaak in een tapas- of een flamencobar. De Bodego Santa Cruz is de meest beroemde tapasbar van heel Sevilla. Hier zit het dan ook nagenoeg altijd vol.
Na een bezoek aan de tapasbar kan men indien gewenst nog verder gaan stappen. In de discotheken en clubs komen echter de feesten pas laat op gang. Nabij de Guadalquivir ligt een boulevard, de Paseo Alcalde Marqués de Contadero. Aan het einde van deze boulevard vindt men een aantal openluchtdiscotheken, die enkel geopend zijn bij mooi en warm weer. De Paseo is eveneens een waar verzamelpunt voor jongeren, die er hun eigen drank mee naartoe brengen. Daar enige tijd trekken ze verder naar de discotheken.
Het Teatro de la Maestranza is één van de beste operahuizen van heel Spanje. De beroemde opera Carmen, dat een werk is van Georges Bizet, speelt zich overigens af in de stad Sevilla.
In de volksbuurt Triana vindkan men een aantal typische flamencobars vinden, die nog niet gecommercialiseerd zijn. Het beste voorbeeld hiervan is Los Nuestro, een flamencobar, waar veel inwoners van Sevilla op afkomen. Er speelt dikwijls een bandje. In La Carboneria, een niet afhankelijk theater in Santa Cruz, vinden eveneens iedere dag flamenco- en cabaretoptredens plaats. Hier hoeft men overigens niet voor te betalen. De andere flamencobars in Santa Cruz zijn over het algemeen veel toeristischer.