Haast kennen de meeste Spanjaarden niet, zeker niet als het op eten aankomt. Het is dan ook even wennen aan de tijdstippen waarop men in Madrid gaat eten. In de regel begint men op zijn vroegst om 13 uur met de lunch en dikwijls loopt deze uit tot zo’n 4 uur in de middag. Het middageten is dan ook de meest voorname maaltijd van de hele dag.
In Madrid brengt men het beste van de Spaanse keuken samen, van Asturische fabada (varkensstoofpot) tot paella uit Valencia. Specialiteiten van de streek rondom de hoofdstad zijn callos a la Madrileña, een stoofpot met organen, cocido Madrileño, dit is een stoofpot van lamsvlees en groenten en sopa de ajo (knoflooksoep met paprika en Spaanse ham).
Spanje is het land waar de tapascultuur hoogtij viert. Deze kleine, smakelijke hapjes kan men op ieder uur van de dag bestellen in één van de talloze tapasbars die men in Madrid kan vinden. Eveneens op straathoeken en markten vindt men kraampjes waar tapas te koop zijn. De traditie zegt dat men tapas staande dient te eten aan de bar, vergezeld van een heerlijke, plaatselijke wijn en natuurlijk een prettig gezelschap. Een paar typische tapas zijn verse olijven, caracoles (slakken) en patatas bravas (gebakken aardappelen met een pikante tomatensaus).
De beste slakken van Madrid moet men in ‘Los Caracoles’ eten. In deze bar gaat men echt voor het menu want het interieur stelt er weinig voor. Naast slakken is de gemarineerde ansjovis er zeker ook aan te bevelen.